Plottingstation Antwerpen

In het begin van de Koude Oorlog, 1952-1953 was er in Navoverband op de Antwerpse luchthaven een plottingstation ingericht dat bemand werd door 16 Belgische en 16 Nederlandse luchtmachtsoldaten met enkele officieren en onderofficieren van beide luchtmachten. Het is hier bij oefeningen gebleven.

Plotten is het door middel van coördinaten de plaats van vaar- of vliegtuigen in kaart brengen.

In 1952 werd op de bovenverdieping van het luchthavengebouw een plottingstation ingericht. In het midden van het grootste lokaal stond een tafel van 4,5m lang en 3,5m breed, met daarop de kaart van West-Europa geschilderd. Deze was verdeeld in vakken en elk vak was gekenmerkt door een lettercombinatie waardoor men zich snel op de kaart kon oriënteren. 

De plotters kregen van alle radarstations in West-Europa de coördinaten door van alle vliegtuigen die op de radarschermen kwamen. In het bericht aan de plotter werden vermeld: de plaats waar de toestellen zich bevonden, de vliegrichting, het aantal en of het een “hostile” of “ally” (vriend of vijand) betrof. 

De plotter gaf dan aan zijn ‘runner’ (zijn assistent) die naast hem stond de binnengekomen gegevens door, samen met het tracknummer dat hij aan de nieuwe situatie wou geven.

De runner legde die gegevens dan op een daarvoor bestemd aluminium standaardje en gaf dat aan de plotter die het, aan de hand van de op de tafel getekende coördinaten, op de juiste plaats legde. Aan de tafel stonden 4 plotters. Op de grote foto zie je aan de bovenkant van de plottafel een wand waarin plaatjes gehangen werden waarvan de gegevens over beschikbare vliegtuigen konden worden afgelezen. Verder stonden bovenaan de wand de namen en nummers van de onder Antwerpen vallende vliegvelden en de namen van de op die vliegvelden gelegerde squadrons.

Aan de voet van de tafel was een verhoog waarop de dienstdoende officieren plaats namen. Zij hadden een duidelijk overzicht van de situatie en beslisten wanneer en welke vliegtuigen tegen de vijand de lucht werden ingestuurd.